FacebookVolg ons ook op Facebook
Menu
Bron: Erfgoed Leiden en omstreken

Zeldzame houten voorwerpen op landgoed Sancta Maria

De nieuwbouwwijk Sancta Maria is in de jaren steeds verder uitgebreid. Kavel voor kavel werd bebouwd. Archeologen deden op veel plekken archeologisch onderzoek. Daarbij vonden ze resten van bewoning die teruggaan tot de late bronstijd (1100-800 v. Chr.). Daar zaten twee heel zeldzame vondsten tussen: een vrijwel complete houten emmer en een krans gemaakt van wortels van een jeneverbesstruik.

Houten gebruiksvoorwerpen worden niet vaak gevonden in de vaak droge zandgrond in Noordwijk. Ze zijn in dit geval bewaard gebleven dankzij de ligging onder het grondwaterniveau. Van zowel de emmer als de krans is nog onduidelijk wat de precieze functie was. Wel kunnen we speculeren aan de hand van andere vergelijkbare voorwerpen en rituelen.
Houten emmer De houten emmer
Op kavel 217 voerden archeologen van SOB Research in juli 2022 een opgraving uit. Ze vonden hierbij sporen van akkers en een of meerdere houten gebouwen. Ook kwamen er een aantal waterkuilen aan het licht. Deze zijn gebruikt om vee uit te laten drinken. In een van de waterkuilen stuitten de archeologen op een vrijwel complete houten emmer of container. Met C14-analyse (een methode om te bepalen hoe oud een voorwerp is) konden ze de waterkuil dateren uit de periode 776-516 v.Chr.: de vroege ijzertijd. De emmer zal ook in deze periode gemaakt, gebruikt en verloren zijn. De emmer is 43 cm hoog en heeft een doorsnede van maximaal 20 cm. Hij is gemaakt van de stam van elzenhout, die is uitgehold met een bijl, guts of beitel. In de hengselgaten zijn zelfs nog sporen van een beitel te zien. De hengselgaten zijn nog puntgaaf en lijken nauwelijks versleten of gebruikt.

Voorraadpot Voorraadpot
Over de functie van de emmer bestaat nog wat onduidelijkheid. Het ligt voor de hand dat het om een emmer gaat die verloren ging tijdens het putten van water uit de waterkuil. Maar het kan ook om een houten voorraadpot gaan. Een voorbeeld van zo’n voorraadpot is bekend uit de 17e eeuw. Andere voorbeelden van vergelijkbare voorwerpen zijn bekend uit Doetinchem (late bronstijd, 1100-800 v.Chr.) en uit een Romeinse scheepswrak in Utrecht-De Meern (ca. 190 na Chr.). Deze voorwerpen zijn ook gemaakt van elzenhout en zijn wat groter dan het exemplaar van Sancta Maria.
Op de foto een voorbeeld van een vergelijkbaar object dat gebruikt is als voorraadcontainer in Zweden. 17e eeuw

Krans van jeneverbesstruik
Krans van wortels van de jeneverbesstruik
Iets ten noordwesten – op kavel 814 – deden archeologen van IDDS Archeologie in het voorjaar van 2023 onderzoek. Ze vonden daar ploegsporen die erop wijzen dat de prehistorische bewoners aan akkerbouw deden. Tussen deze akkers in lag een veertien meter brede lagere zone. Hier vonden ze resten van kleine voorraadschuurtjes en een paar waterkuilen. Aan de hoefafdrukken is te zien dat er ook vee rondliep. De sporen dateren, op basis van aardewerk, uit de late bronstijd tot begin van de midden ijzertijd (900-450 v. Chr.). Op de bodem van een van de waterkuilen vonden de archeologen een bijzonder houten voorwerp: een krans van ruim 50 cm doorsnede. De krans is gemaakt van in elkaar gedraaide wortelstrengen van de jeneverbesstruik. C14-analyse wees uit dat de krans dateert uit de periode 775-477 v.Chr. Hij is dus ongeveer even oud als de houten emmer van kavel 217.


Onderdeel van een ritueel?
De functie van de krans is onduidelijk. Misschien was hij onderdeel van een ritueel gebruik. Omdat de jeneverbes altijd groen is, wordt hij ook wel geassocieerd met rituelen rondom seizoenen en de dood. Bovendien kent de prehistorie een lang gebruik van rituele offers in water of drassige plaatsen. Het is niet voor het eerst dat zo'n krans wordt gevonden. In Heiloo zijn twee kleinere kransen opgegraven, die gemaakt zijn van in elkaar gevlochten takken van de jeneverbes. Een van deze kransen lag in een waterkuil uit de midden bronstijd (1800-1100 v. Chr.). De ander in een kuil waarvan de functie onduidelijk is.

Versteviging van de bodem
Maar een praktischere verklaring is ook mogelijk. De jeneverbes kwam in de bronstijd en ijzertijd vaker voor op de droge zandgrond aan de Nederlandse kust. Het gebruik van deze struik kan daarom het eenvoudige gevolg zijn van lokaal beschikbaar hout. Een krans van takken op de bodem van een waterkuil kan bijvoorbeeld ook bedoeld zijn ter versteviging van de bodem of voor het filteren van het opwellende grondwater.
Plattegrond Sancta Maria Wonen in een duinlandschap
In de ondergrond van Sancta Maria is nog goed te zien dat het landschap oorspronkelijk een duingebied was. Duinen ontstaan doordat de wind het zand opstuwt. Op de duinen en in de lager gelegen gebieden ertussen ontstond vervolgens begroeiing. Hierdoor had de wind minder invloed en bleef het landschap voor een tijdje stabiel. Mensen konden er toen gaan wonen en akkerbouw en veeteelt bedrijven. Dit ging goed, tot het moment dat de wind weer de overhand kreeg. Delen van het duinlandschap werden daardoor bedekt door een nieuwe laag zand. Dit proces herhaalde zich in het verleden meerdere keren. De bovenste delen van het duinlandschap zijn in het verleden meestal verstoord en afgegraven. Hierdoor zijn de jongste overblijfselen van bewoning vaak verdwenen. Op diepere niveaus en in de laagtes tussen de duinen zijn de archeologische bewoningslagen wel goed bewaard gebleven. Hierin zijn op verschillende plaatsen archeologische resten gevonden.

De vondsten zijn overgebracht naar het depot van 'Erfgoed Leiden en omstreken' en niet op de genoemde locaties te bekijken.


Bron: Erfgoed Leiden en omstreken.
Foto's:  1. SOB Research,  2. SOB Research,  3. IDDS Archeologie,  4. Google Earth.