NOORDWIJKERHOUTSE SCHELDNAMEN OP RIJM

Beginnen we dus met rooie Kee,
haar egaa zwarte Jan dat is twee.
Alie de Wekker slank van lijf,
begint ’s morgens al om half vijf.

Dan hebben we nog Jan de Paai,
Kees de Witte en Makke Aai.
Daarop volgt Hein de Tuut,
en vanouds hebben we Klaas de Juut.

Jan de Snor en Piet de Ket,
er komt nog meer dus opgelet.
Jan Evengoed nog vrijgezel,
die denkt; ik red het zo ook wel.

Jaap de Duitser en Klaas Hoed,
de Schapenkop en dan Jan de Moed.
Janus Water in de melk,
die dacht dat is goed voor elk.

Jan de Puist en Frans de Krul,
Houten Klaas en dan Huib de Tul.
De Vorten, bieden nog eensgezind,
hebben nog nooit een vrouw bemind.

Piet de Bomneus en Jan de Muis,
die is zo blij; hij is weer thuis.
Het Chocolaadje en Piet de Loe,
ik ben lang niet aan het einde toe.

De Duinhuizer en Pittige Piet,
Dikke Dirk en Mien Griet.
Maarten de Pap slacht clandestien,
3 maanden lang niet thuis gezien.

Dikke Manus welbekend,
vlak naast hem woont Jan Onderend.
Engel Spook het is geweest,
die dacht; ik ben de Heilige Geest.

Kees de Pisang en Kees Kraak,
Koosie Moker en Jan Kaak.
Klaas de Snijer is weerom,
Geen last gehad van mijn en bom.

Natte Dirk en Wuus de Bok,
Leere Trein en dan Aai Tok.
Een eer is het oh zo fijn,
om Frans de Kapper in Noordwijkerhout te zijn.

Klaas de Piender en Griet Mik,
En Jan Slapgat en Lau Prik.
Droge Bertus en Teun Fut,
Dirk de Krasser en Jan Hut.

Goof Kok en vette Piet,
Dors de Knikker ken je die.
Griet de Kikker welbekend,
die hielp de ooievaar op het end.

Gerrit Keutel en Ant Hol,
de Papschijter en Dirk Drol.
Mensen ik maak het wel wat bont,
we hebben ook Piet Blotekont.

Klaas de Schreeuwerd Piet de Jood,
Frans Kruipweg en Kees de Koot.
De Piero en Theo de Kat,
ik heb ze allen nog niet gehad.

De Spijker, de Pieter en Heeremenis,
De Koolraap er nog bij gewis.
De Kokkes, de Kuuk en Graddus Kip,
Allemaal K’s, ik krijg de hik.

Lord Wanhoop, Pikwit en Gijs Pruim,
ik scheld wel maar het is voor de Luim.
Piet de Mop en Grote Ram,
ik wou dat er maar een eind aan kwam.

De Abbelo ook best bekend,
Ach mensen, je komt niet aan een end.
Henk de Hiep, de Sintel en de Kraai,
Piet de Kier en Toop van Naai.

De Schuine, de Bomzakken Petrus de Vod,
ik ga maar door het is te zot.
Het Haantje, de Pierus horen bij elkaar,
de Halve Dooie, wat is dat raar.

Piet de Ponk en Gerrit Leut,
Luie de Winter en Ouwe Deut.
Hein de Koer en Oliebol,
De Slak slaat zomaar op hol.

Hein Vlak kwam uit het vlak vandaan,
De Bacchus zakte op Noordwijk aan.
De Bochel de Biek en de Kaan,
Gingen ook uit ons dorp vandaan.

Klein Jaantje en de Kerkijk kent men wel,
de rest die volgt nu ook snel.
De Roerdomp de Sloothaak en Jan Kool erbij,
Arie de Moolik sluit de rij.

Dirk de Pluit en de Hooitor,
die komen ook in dit stuk voor.
Jan de Kuiper en Piet Pret,
de laatste is op straat gezet.

Jan de Rap en Lange Kors,
Koosje Lot en Arie de Vos.
Jan de Pater U welbekend,
loopt nog steeds op het lange end.

Bolsward Vlerk en de Geit,
Je raakt ze in dit lied niet kwijt.
De Poerel en de Elastiek,
Nu mensen verder ga ik niet.

Schrijver: onbekend.